Warmtepomp installatie: verschil tussen versies

Uit Handreiking gemeenschappelijk wonen
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met '=Warmtepomp installatie bij CW Lismortel= Bij [http://www.cwlismortel.nl Centraal Wonen Lismortel] hebben ze vanaf de start in 1983 ongeveer tien jaar lang een uit...')
 
Regel 4: Regel 4:
 
CW Lismortel is een grote woongemeenschap van 60 woningen gegroepeerd in 10 clusters van woningen. Elke 'cluster' bestaat uit 4 'gezinswoningen' en 2 [[HAT]] woningen en een aantal gemeenschappelijk ruimtes. Elke cluster heeft een gezamenlijke verwarmings- en warmwater-installatie.
 
CW Lismortel is een grote woongemeenschap van 60 woningen gegroepeerd in 10 clusters van woningen. Elke 'cluster' bestaat uit 4 'gezinswoningen' en 2 [[HAT]] woningen en een aantal gemeenschappelijk ruimtes. Elke cluster heeft een gezamenlijke verwarmings- en warmwater-installatie.
  
Een aantal (5, 7?) dubbelwandige buizen verticaal in tot 22 meter diep de grond in verbonden door horizontale buizen en een buis die naar een zolder, de 'stookzolder.  
+
Een aantal (5, 7?) dubbelwandige buizen gaan in de achtertuin van zeven van de clusters verticaal 22 meter de grond in. Deze buizen worden, gekoppeld door een horizontale dubbelwandig buis en een buis omhoog verbonden een warmtepomp op de 'stookzolder.<br />
 +
De buizen waren gevuld met vloeistof. Waarschijnlijk een mengsel van water en koelvloeistof, zodat het niet kon bevriezen.
  
 +
Elke warmtepomp had drie functies: de vloeistof door de dubbelwandige buizen rondpompen, er warmte aan onttrekken en deze warmte doorgeven aan de centrale cluster-verwarming.
  
 +
Op 22 meter diepte is het hele jaar door een vrijwel constante temperatuur van 6 graden Celsius. De vloeistof in de buitenwand van elke buis nam deze temperatuur over. De warmtepomp onttrok daar zoveel warmte van dat de vloeistof 1 graad koeler de binnenbuis weer in ging. Onder in de buizen, dus op 22 meter diepte zijn binnen en buitenbuis met elkaar verbonden, dus daar ging de vloeistof weer omhoog, waar het vervolgens door de omliggende grond en grondwater weer van 5 naar 6 graden Celsius werd gebracht. Enzovoorts.
  
Misschien was dat de reden dat het rendement wat tegenviel? De warmtepompen gebruikten natuurlijk ook zelf energie. Dat werd opgewerkt door een gasgenerator, waarvan het koelwater werd gebruikt om een deel van de huizen te verwarmen. Wat het systeem aan (warmte) energie opleverde had beduidend meer moeten zijn dan wat er aan (elektrische) energie (gas is dit geval) in werd gestopt. En dat was bij ons niet zo of maar heel minimaal. Daarnaast hadden sommige van de warmtepompen regelmatig storingen.
+
De wamtepompen waren in staat om met de aan de grond onttrokken warmte een vloeistof (water) in een tweede circuit tot 50 graden Celsius te verwarmen. Deze temperatuur werd doorgegeven aan de verwarmingsinstallatie.
 +
 
 +
De warmtepompen draaiden op elektriciteit. Bijzonder was dat de elektriciteit van alle zeven warmtepompen niet van de energie-maatschappijk kwam, maar zelf werd opgewekt door een gasgenerator, die onderdeel uitmaakte van het system. Die gasgenerator stond in een apart gebouwtje.
 +
waarvan het koelwater werd gebruikt om een deel van de huizen te verwarmen. Wat het systeem aan (warmte) energie opleverde had beduidend meer moeten zijn dan wat er aan (elektrische) energie (gas is dit geval) in werd gestopt. En dat was bij ons niet zo of maar heel minimaal. Daarnaast hadden sommige van de warmtepompen regelmatig storingen.
 
Maar de techniek is hoogstwaarschijnlijk intussen sterk verbeterd. Peter, 18-01-2020
 
Maar de techniek is hoogstwaarschijnlijk intussen sterk verbeterd. Peter, 18-01-2020

Versie van 19 jan 2020 om 09:19

Warmtepomp installatie bij CW Lismortel

Bij Centraal Wonen Lismortel hebben ze vanaf de start in 1983 ongeveer tien jaar lang een uitgebreid warmte systeem gehad. Warmtepompen waren toen nog tamelijk experimenteel. CW Lismortel is een grote woongemeenschap van 60 woningen gegroepeerd in 10 clusters van woningen. Elke 'cluster' bestaat uit 4 'gezinswoningen' en 2 HAT woningen en een aantal gemeenschappelijk ruimtes. Elke cluster heeft een gezamenlijke verwarmings- en warmwater-installatie.

Een aantal (5, 7?) dubbelwandige buizen gaan in de achtertuin van zeven van de clusters verticaal 22 meter de grond in. Deze buizen worden, gekoppeld door een horizontale dubbelwandig buis en een buis omhoog verbonden een warmtepomp op de 'stookzolder.
De buizen waren gevuld met vloeistof. Waarschijnlijk een mengsel van water en koelvloeistof, zodat het niet kon bevriezen.

Elke warmtepomp had drie functies: de vloeistof door de dubbelwandige buizen rondpompen, er warmte aan onttrekken en deze warmte doorgeven aan de centrale cluster-verwarming.

Op 22 meter diepte is het hele jaar door een vrijwel constante temperatuur van 6 graden Celsius. De vloeistof in de buitenwand van elke buis nam deze temperatuur over. De warmtepomp onttrok daar zoveel warmte van dat de vloeistof 1 graad koeler de binnenbuis weer in ging. Onder in de buizen, dus op 22 meter diepte zijn binnen en buitenbuis met elkaar verbonden, dus daar ging de vloeistof weer omhoog, waar het vervolgens door de omliggende grond en grondwater weer van 5 naar 6 graden Celsius werd gebracht. Enzovoorts.

De wamtepompen waren in staat om met de aan de grond onttrokken warmte een vloeistof (water) in een tweede circuit tot 50 graden Celsius te verwarmen. Deze temperatuur werd doorgegeven aan de verwarmingsinstallatie.

De warmtepompen draaiden op elektriciteit. Bijzonder was dat de elektriciteit van alle zeven warmtepompen niet van de energie-maatschappijk kwam, maar zelf werd opgewekt door een gasgenerator, die onderdeel uitmaakte van het system. Die gasgenerator stond in een apart gebouwtje. waarvan het koelwater werd gebruikt om een deel van de huizen te verwarmen. Wat het systeem aan (warmte) energie opleverde had beduidend meer moeten zijn dan wat er aan (elektrische) energie (gas is dit geval) in werd gestopt. En dat was bij ons niet zo of maar heel minimaal. Daarnaast hadden sommige van de warmtepompen regelmatig storingen. Maar de techniek is hoogstwaarschijnlijk intussen sterk verbeterd. Peter, 18-01-2020