Beheercoöperatie
(bron oorspronkelijke tekst: Cooplink)
Bij een beheercoöperatie ligt het eigendom van de woningen, het vastgoed, niet in handen van de wooncoöperatie, maar bij een andere partij. De beheercoöperatie draagt daarentegen voor een belangrijk deel wel de zorg van de exploitatie.
De verdeling van de verantwoordelijkheden komen de coöperatie en de eigenaar (meestal een woningcorporatie) onderling overeen. Onderdelen van de exploitatie die in een beheerovereenkomst vastgelegd kunnen worden, zijn:
- de toewijzing,
- de huurincasso,
- het mutatie-, klachten en/of planmatig onderhoud.
In die gevallen dat het eigendom bij een woningcorporatie ligt, zal de beheercoöperatie zich moeten houden aan de bepalingen van het BTIV, het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Deze speciale wetgeving die alleen geldt voor woningcorporaties en wooncoöperaties, behelst allerlei regelgeving die er op gericht is om sociale huisvesting op een passende wijze voor de doelgroep te kunnen bieden.
Omdat vastgoedcoöperaties nog amper van de grond komen, hebben veel initiatieven zich daarom, als second best, gericht op de beheercoöperatie. Woningcorporatie en wooncoöperatie moeten in overleg de verantwoordelijkheden voor de exploitatie delen. Dit blijkt in de praktijk vaak een lastig fenomeen omdat de woningcorporatie zekerheden verlangt voordat zij bereid is haar verantwoordelijkheden los te laten en omdat de wooncoöperatie grote moeite heeft wegwijs te worden in de toepassing van de regelgeving die vaak niet strookt met de eigen doelstellingen. De wooncoöperatie wijst bijvoorbeeld op heel andere gronden een woning toe dan de woningcorporatie en daarom moeten daarvoor aparte afspraken worden gemaakt.