Start: ideaal en oriëntatie: verschil tussen versies

Uit Handreiking gemeenschappelijk wonen
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met '== Inleiding == Een project rond gemeenschappelijk wonen begint vaak bij één of enkele personen met een droom of ideaalbeeld over wonen in de toekomst. Maar hoe...')
(geen verschil)

Versie van 21 nov 2017 om 16:10

Inleiding

Een project rond gemeenschappelijk wonen begint vaak bij één of enkele personen met een droom of ideaalbeeld over wonen in de toekomst. Maar hoe die droom te verwezenlijken? Wie samen met anderen overweegt een initiatiefgroep op te zetten, loopt al direct tegen een flink aantal vragen op:

  • waar vinden we medestanders?
  • hoe kunnen we ons het beste organiseren?
  • zijn er elders in het land soortgelijke projecten gerealiseerd?
  • welke problemen hebben zich daarbij voorgedaan?
  • wat kunnen wij zelf en waar moeten we deskundigen inschakelen?

In de startfase proberen initiatiefnemers op deze vragen een antwoord te vinden. In eerste instantie bestaat vooral behoefte aan een overzicht van mogelijkheden. De ondersteuner kan de initiatiefnemers helpen zich te oriënteren. Welke wensen hebben de groepsleden? Waar legt de groep de grens tussen gezamenlijk en privé? Welke zijn de voor- en nadelen van de verschillende alternatieven? Uitwerking van ideeën en het leggen van contacten om die te realiseren staan in deze fase centraal.

Zaken die in de startfase moeten gebeuren zijn:

  • werving van groepsleden
  • inventarisatie van woonwensen
  • stimuleren van de groepsvorming
  • opbouw van een netwerk

Werving van groepsleden in de startfase

Het is verstandig om in een vroeg stadium een groep te vormen en deze uit te breiden met belangstellenden. Het voordeel is, dat zoveel mogelijk deelnemers vanaf het begin betrokken zijn bij belangrijke beslissingen. En andere partijen, zoals een gemeente of architect, zijn er eerder van overtuigd dat het om een serieus initiatief gaat. De werving kan op verschillende manieren gebeuren. De ondersteuner kan daarvoor een wervingsplan opstellen.

  • Het werven van belangstellenden kan via het eigen netwerk van de deelnemers gebeuren, bijvoorbeeld via werk, school, verenigingsleven of vrijetijdsactiviteiten.
  • Een andere mogelijkheid is het plaatsen van een oproep, bijvoorbeeld in de plaatselijke krant of in het tijdschrift van een relevante organisatie.
  • Ook kan er navraag gedaan worden bij plaatselijke ouderenwerk, bij een welzijnsstichting, bij verenigingen voor groepswonen of aanbieders van diensten die inzicht hebben in de vraag.

Informatie aan aspirant-leden

Zodra een groep geïnteresseerden is gevonden, worden een of meerdere kennismakingsbijeenkomsten georganiseerd. Daar kunnen betrokkenen elkaar ontmoeten en voor zichzelf tot een besluit komen over al of niet deelname aan een initiatiefgroep. In overleg met de initiatiefnemers zorgt de ondersteuner dat de plannen op deze bijeenkomsten worden gepresenteerd. Door deze persoonlijke ontmoetingen en discussies over de plannen leert men elkaar beter kennen en krijgt het ideaal steeds vastere vormen. Het wordt langzaam duidelijk of men idealen deelt.

Gemeenschappelijk wonen kan de betrokkenen verschillende voordelen opleveren. In de meeste gevallen gaat het om een combinatie van gunstige gevolgen:

  • zelfstandigheid: men is langer in staat om de regie over het eigen leven te voeren
  • zorg: samen diensten en begeleiding inhuren
  • geborgenheid: groepsleden voelen zich veiliger met gelijkgestemden om zich heen
  • steun: zowel van praktische als emotionele aard;steun die men aan elkaar kan hebben
  • activiteiten: samen eten, koffie drinken, culturele en andere avonden, uitstapjes maken, hobby's
  • contact: gezelligheid en aanspraak

Onder gelijken

Ook voor mensen van andere herkomst biedt gemeenschappelijk wonen iets extra's vanwege de mogelijkheid oud te worden samen met lotgenoten. De voorzitter van Bersama Senang, een woongroep voor Indische mensen in Zoetermeer, verwoordt het aldus: "De gemeenschappelijke ervaring van Indische Nederlanders vind ik heel belangrijk. Bij andere woongroepen voelde ik me niet thuis. Het was er best gezellig, maar hier samen met Indische Nederlanders heb je contact, de gelijkgestemdheid, het samen zijn. Je voelt elkaar aan. Vaak heb je ook gemeenschappelijke kennissen. Voor mij is dat een belangrijke reden om mee te doen aan dit project."

Inventarisatie woonwensen

Na de kennismaking maakt de intitiefgroep een overzicht van de woonwensen. Het is handig om daarbij een checklist te gebruiken van onderwerpen die aan de orde moeten komen.

  1. locatie: stedelijk, landelijk of tussenvormen (bereikbaarheid van voorzieningen); welke gemeente, welke wijk
  2. omvang: hoeveel wooneenheden: groot (50), middelgroot (20-25), klein (10 of minder)
  3. bouwplan: nieuwbouw, al of niet binnen een groter project, verbouw
  4. financieel-economisch: koop of huur of een mengvorm; sociale of vrije sector; huurprijs; budgettering van dienstenniveau
  5. vorm: één gebouw, bijeengelegen groep woningen, verspreid wonen over een buurt of straat (zg. "gestippeld" wonen)
  6. inrichting: hoe groot wordt de woning; aspect privé versus gemeenschappelijk: groepsruimten, clusterruimten, alleen projectruimten
  7. sociale opbouw: is er sprake van gemeenschappelijke karakteristieken, lichamelijk, intellectueel, qua herkomst, qua sexe, qua overtuiging, leeftijd
  8. woonstijl: in beperkte of juist in ruime mate plannen voor gezamenlijke activiteiten
  9. bijzondere voorzieningen: wensen ten aanzien van begeleiding, service en/of zorg
  10. individueel: wat wordt van groepsleden verwacht ten aanzien van betrokkenheid bij de andere leden en de gezamenlijke projecten